Discussie met Ons Geld Nu

Geschreven 16 en 18 juni. Eindcorrecties 20 juni. Publicatie

Inleiding

Eindelijk, na lang aandringen van mijn kant, is er dan toch wat discussie ontstaan tussen mij en de mensen achter Ons Geld Nu. Naar aanleiding van drie stellingen ik op 7 juni poneerde, ontving ik op 10 juni een e-mail van Persoon_1, met cc aan Persoon_2, Persoon_3 en Persoon_4.

Ik citeer hieronder – niet, want geen toestemming – delen uit die e-mail en reageer daarop.

Voor de herkenbaarheid markeer ik teksten zo: mijn “drie stellingen”, citaten uit “Persoon_1’s reactie daarop”, mijn reactie daar weer op.

Wat is geld?

1) Geld is vordering van publiek op banken, en dat moet ook want alleen zo kun je ermee betalen.

helaas geen citaat

Ik zie dat toch wat anders, in elk geval bij bankbiljetten. Die worden door centrale banken in omloop gebracht, via gewone banken, die ze van een centrale bank koopt in ruil voor saldo. De bank die biljetten koopt, betaalt die namelijk met reserves. Omgekeerd kan een bank overtollige bankbiljetten bij de centrale bank inruilen voor saldo, namelijk een toename van de reserves. Voor de niet-centrale bank zijn bankbiljetten en reserves op de rekening bij de centrale bank allebei vorderingen, met als enige verschil de fysieke verschijningsvorm: reserves zijn vorderingen die geregistreerd staan in een rekeningensysteem; bankbiljetten zijn stukken papier waar op staat “dit is 50 euro waard”.

Voor het publiek is het net zo: wie geld uit een geldautomaat haalt, ruilt saldo bij de bank, dus een stukje vordering op die bank, in tegen een bankbiljet dat een vordering is op de centrale bank. Het principe ‘geld is vordering’ blijft gehandhaafd. Het enige verschil is: ‘op welke bank’.

Bij munten lag het oorspronkelijk wel anders, omdat die een eigen metaalwaarde hadden. Maar tegenwoordig is die aanzienlijk lager dan de nominale waarde, zodat ook munten grotendeels uitwisselbare vorderingen zijn geworden. Op de schatkist of ’s Rijks munt, niet op de centrale bank. Ik schreef daar eerder over.

helaas geen citaat

Eerst een correctie: getallen in een Excel-kolom zijn nooit geld. Ze kunnen wel de registratie van een vordering van publiek op een bank zijn. Die vordering is het geld, niet de registratie van dat geld in een computer. Eerder hier genoemd.

Dit hangt samen met het aangeprate volksgeloof dat banken geld scheppen door maar “wat getallen in een computer te tikken”. Dat is niet zo. Banken scheppen geld door twee vorderingen uit te ruilen, met een gelijk bedrag maar verschillende voorwaarden. Een van die vorderingen telt als geld en de andere niet, daardoor is er geldschepping en daardoor wordt van geldschepping niemand rijker. De bank al helemaal niet, want die legt zichzelf de ongunstigste voorwaarden op. En vraagt rente onder andere om die ongelijkheid te compenseren.

Herhaling van een deel van het citaat: “ [...] helaas geen citaat [...] ”

Bitcoin zie ik inderdaad als een modern equivalent van edelmetalen zoals goud en zilver. Bitcoin wordt ‘gedolven’, d.w.z. via tijdrovende computer­berekeningen zijn bijzondere, zeldzame getallen te vinden. Dat gaat overigens net als bij goud gepaard met milieunadelen: om goud vrij te maken wordt vervuilend kwik gebruikt, en om bitcoins te delven moet processorkracht en dus elektriciteit worden ingezet.

Bitcoin en goud zijn beide gewild, schaars, deelbaar en overdraagbaar, en dat maakt ze geschikt als geld. Een nadeel bij beide is dat de hoeveelheid ervan niet aan te passen is aan de behoefte: eenmaal gedolven goud of bitcoin verdwijnt niet zomaar, en snel even wat extra aanmaken omdat dat voor de economie nodig is, gaat niet.

Dat is anders bij geld op basis van sparen en lenen. Een banklening creëert vanzelf geld en bij de aflossing wordt automatisch weer geld vernietigd. Sparen en krediet zijn belangrijke functies van geld. De hoeveelheid wordt daarbij automatisch aangepast aan de behoefte.

Stel dat een nieuw geldsysteem wordt opgezet op basis van bitcoin of een soortgelijke cryptovaluta, of met fiduciair geld dat wordt uitgegeven door een nieuwe niet-bancaire organisatie, al dan niet van de overheid. Dan zijn er nog steeds mensen en bedrijven die tijdelijk geld over hebben, en er zijn bedrijven en mensen die alvast geld willen hebben voor ze het verdiend hebben. Want geld overbrugt niet alleen mismatches in aard en hoeveelheid van diensten en producten (het klassieke probleem van de ruilhandel), geld overbrugt ook de mismatches in de tijd.

In het nieuwe systeem worden leningen in euro vervangen door leningen in bitcoin of hoe een nieuwe geldsoort ook maar gaat heten. De nieuwe niet-bancaire geldscheppingsinstantie wordt onvermijdelijk toch ook weer kredietverstrekker en spaargeldinbewaringnemer, wordt dus bank, en zal onvermijdbaar ook aan geldschepping gaan doen. Dat kan niet anders, omdat geldschepping door kredietverlening rechtstreeks volgt uit de functie van geld als kredietmiddel.

Samenvattend: er zijn twee soorten geld: schaars en blinkend, en vorderingen op banken. Die eerste soort kan alleen als spaar- en kredietmiddel dienen door middel van de tweede soort. Dus is het zoeken naar andere soorten geld, waarbij geen banken nodig zouden zijn, zinloos. Banken zijn altijd nodig, namelijk als geldsupermarkten. Want banken zetten spaargeld, in andere hoeveelheden en tegen andere condities, om in leningen, ondanks dat geldschepping een realiteit is.

helaas geen citaat

Vind ik dus wel, zie boven.

helaas geen citaat

Het woord “ontologisch” ken ik eigenlijk niet, ofwel steeds als ik opzoek wat het betekent blijk ik dat even later al weer vergeten. Ik kan de gevonden betekenis ook niet goed plaatsen binnen een discussie over geldsystemen. Ik denk zelf heel praktisch en concreet: vanuit de alledaagse behoeften van mensen, en vanuit de behoeften van de economie die er is om de mensen te dienen.

Wat betreft manieren van kijken: het staat een ieder vrij geld anders te zien dan ik (‘geld is overdraagbare en deelbare vordering van publiek op banken’; en wel hierom), maar het is wel zaak om na te gaan of bij de nieuwe kijk de geldschepping nog wel bestaat, en of die wel plaatsvindt bij banken. Wie stelt dat geldschepping weg moet bij banken, erkent impliciet de gelddefinitie waar die geldschepping het gevolg van is. Want anders er is geen geldschepping bij banken en valt daar ook niks weg te halen.

Dit tenzij een nieuwe, andere gelddefinitie ook leidt tot geldcreatie bij banken. Maar dan moet die definitie wel geponeerd worden, en gecontroleerd op bruikbaarheid, consequenties, en het werkelijk oplossen van reële problemen.

Dubbelzijdig boekhouden

2) Het totaal van debetposten en creditposten in een balans (zo nodig incl. winst&verliesrekening) is altijd gelijk.

helaas geen citaat

Mooi, dan zijn we het daar tenminste wel over eens.

Rente

3) Rentemarge is een normale vergoeding voor een nuttige dienstverlening, die door banken weer besteed word (uitgezonderd bij toevoeging aan kapitaalreserves), zodat ook dat geld terugkomt in de circulatie.

helaas geen citaat / ”

Ik bedoel ermee dat het net zo normaal is dat je rente betaalt voor een lening, als dat het normaal is dat je huur betaalt voor een fiets, auto of woonruimte die je wel gebruikt maar niet zelf bezit.

Dat je minder rente ontvangt over spaargeld als dat je rente betaalt over hetzelfde bedrag als lening, vind ik net zo normaal als dat een supermarkt hogere prijzen rekent dan een boer. De marge is de vergoeding voor het in kleinere hoeveelheden op een andere plaats en het hele jaar door aanbieden. Op dezelfde manier is bij een bank de rentemarge de vergoeding voor het aantrekken van spaargeld, het uitzetten van de leningen tegen voor de bank ongunstige voorwaarden, de administratie, en het risico aan beide kanten (risico dat te veel inleggers te veel tegelijk terug willen, en risico dat te leners de afgesproken rente en aflossing niet meer betalen).

Mijn stelling is: wie geldschepping weg wil halen bij banken, begrijpt niet wat geld is, hoe geldschepping ontstaat, en wat de rol van banken is bij betalen, sparen en lenen. En wie rente of rentemarge wil afschaffen, begrijpt niet, wederom, wat de rol van banken is bij betalen, sparen en lenen.

“ / helaas geen citaat

Ik denk zelf tamelijk groen, ik vind dat we naar een duurzame economie moeten en dat er minder mensen op de aarde zouden moeten zijn.

Maar dat staat los van rente. Rente veroorzaakt niet, zoals vaak gedacht wordt, dwingende groei. Ook een stabiele economie die gelijk blijft in omvang, is goed te verenigen met rente. En een krimpende ook.

helaas geen citaat

Ik denk dat de vroegere verboden gericht waren tegen woekerrente, niet tegen rente op zich. Door twee factoren was er te weinig aanbod van krediet en dus was de prijs te hoog.

Communicatie en administratie zijn in onze tijd veel goedkoper dan vroeger, en door betere wetgeving zijn risico’s beter te beheersen. En centrale banken drukken de rente als ze denken dat dat nodig is.

Gevolg: lage rentes, lage rentemarges. Geen reden meer om rente te verbieden. Woeker is vrijwel uitgebannen.

helaas geen citaat

Niet alleen schokken, de hele economie zou ontwricht worden, doordat de mismatches in de tijd niet meer konden worden opgevangen.

Het mooie van het huidige systeem is dat de geldhoeveelheid automatisch meebeweegt met de behoefte. Als minder krediet nodig is, wordt er meer afgelost en minder krediet opgenomen, zodat er vanzelf ook minder geld is. Met een geldsysteem dat niet berust op krediet, dus niet op schuld en vordering, is zulke flexibiliteit niet mogelijk.

helaas geen citaat / ”

De prijs van krediet is nu al laag. De rentemarge is laag doordat banken efficiënter werken dan vroeger. De prijs van aangetrokken spaargeld is laag doordat dat spaargeld dankzij de toegenomen welvaart ruim voorhanden is.

En zoals ik net al zei: in het huidige systeem verdwijnt krediet dat onnodig is, vanzelf al, dankzij de gelddestructie bij het aflossen. Een gelddestructie overigens waarvan niemand armer wordt, net zoals bij geldcreatie niemand er waarde bij krijgt.

“ / helaas geen citaat

Krediet blijft altijd nodig, en best veel ervan ook, omdat kosten en baten zelden tegelijk komen. Alleen al voor de komende transitie in de energievoorziening is heel veel krediet nodig.

helaas geen citaat / ”

Ik vermoed dat we het nu over de derivatenhandel hebben? Derivaten schijnen van oorsprong een soort verzekeringen te zijn om risico’s af te dekken. Mogelijk wordt er tegenwoordig ook veel mee gespeculeerd. Ik weet er te weinig van om dat te kunnen beoordelen.

Wel lijkt het mij logisch, dat als iemand een derivaat koopt, het geld naar de vorige eigenaar of naar de aanbieder van een nieuw derivaat gaat. Het geld verdwijnt daarmee niet.

“ / helaas geen citaat

Voor mij betekent ‘in circulatie’ eigenlijk hetzelfde als ‘in bezit van het publiek’, d.w.z. van bedrijven en huishoudens. Of het geld ook beweegt, maakt me niet veel uit. Als het stil op een bankrekening staat, beweegt het indirect ook, omdat het daar de basis vormt voor krediet. De lener laat het stilstaande geld weer bewegen, via de bemiddeling van een bank.

Verder is van belang dat een bank alle ontvangen rente ook weer uitgeeft (behalve als die wordt benut of de stroppenpot aan te vullen of het eigen vermogen te versterken) en dat ontvangen rente niet weer kan worden uitgeleend. Beide heb ik hier beredeneerd.

helaas geen citaat

Ten eerste lijkt het me nuttiger dat jullie mijn teksten proberen te weerleggen, bijvoorbeeld De keizer draagt geen kleren van ruim een jaar terug.

Ten tweede heb ik al eens teksten van Ons Geld Nu besproken, namelijk in deze vierdelige serie. De hyperlinks daarin blijken nu allemaal gebroken, zonder automatische omleiding naar een eventuele nieuwe locatie.

[2 juli 2017: het meeste staat er nog: zie hierover Verplaatst of gewist.]


Uitleg privacy en auteursrecht

De teksten waarop ik in dit artikel reageer, werden me door een lid van Ons Geld Nu aangereikt in een e-mail, die bij mij weten niet ook ergens gepubliceerd is. De consequentie is dat ik er strikt genomen niet in het openbaar uit mag citeren. Het citaatrecht uit de Auteurswet 1912, geregeld in artikel 15a, geldt immers alleen ingeval “het werk waaruit geciteerd wordt rechtmatig openbaar gemaakt is;”. Dat is bij een een-op-een e-mail met drie cc’s niet het geval. Eruit citeren zou met toestemming van de opsteller natuurlijk wel toegestaan zijn, die zou dan in wezen een licentie voor dit gebruik verlenen.

Verder is de privacywetgeving tegenwoordig zo streng (of anders wordt die dat binnenkort, onder een aangescherpte EU-Richtlijn), dat je voor bijna elke verwerking van een persoonsgegeven toestemming van de betrokkene nodig hebt. De combinatie van voornaam met achternaam is zo’n persoonsgegeven. Zonder toestemming mag ik die namen dus niet noemen.

Ik heb in een e-mail verzonden op 20 juni 2017 16:20B de vier betrokkenen om deze toestemmingen verzocht, met daarin het adres van een met een wachtwoord afgeschermde weblocatie, zodat ze van de voorgenomen inhoud van mijn antwoordartikel kennis konden nemen. Op 25 juni 21:08B heb ik die mail nog eens herhaald. Hierop kwam echter tot op heden (30 juni 2017, 20:55B) nooit enige reactie. Het gaat zelfs zover dat het afgeschermde artikel blijkens de Apache-loggegevens nog nooit door iemand anders dan mijzelf is gelezen. Kennelijk interesseert het de mensen achter Ons Geld Nu gewoon niet, hoewel het aan hen gelieerde Twitter-account @HervormOnsGeld op 16 juni 2017 om 11:23 wel degelijk aandrong op een reactie van mijn kant op de door hen gestuurde e-mail. Ik was inderdaad traag, door vakantie.

Zonder citaten is mijn artikel natuurlijk nogal loos, aangezien niet duidelijk is waar ik op reageer, zodat mijn antwoord in de lucht komt te hangen.

Uit deze gang van zaken heb ik wel mijn lesje geleerd: ik laat me voortaan niet meer op deze laffe manier in een spelletje trekken. Discussie: graag, maar dan van beide kanten in het openbaar. Op e-mails over kwesties van groot maatschappelijk belang, wat het geldstelsel zeker is, ga ik niet meer in.

Ik vind persoonlijk dat de EU-privacyregels doorgeschoten en absurd zijn, en ook dat het auteursrecht nooit bedoeld is geweest om op deze manier openbare discussies te frustreren, maar: – tenzij ik het verkeerd zie – het is niet anders.


Copyright © 2017 R. Harmsen. Alle rechten voorbehouden.