Is rente diefstal?

17– (eigen vertaling uit het Engels)

Geld huren

Als je een auto huurt, betekent dat dat het verhuurbedrijf auto’s bezit of least die het zelf niet nodig heeft. Het bedrijf biedt ze aan voor gebruik door klanten, voor een dag, een paar dagen, een week, of wat er maar afgesproken is. In ruil daarvoor betaalt de klant een vergoeding, genaamd huur, aan de autoverhuuder.

Bij een huis of apartement is het hetzelfde, behalve dat daarbij de termijnen meestal langer zijn: maanden of jaren. Het principe is gelijk: de eigenaar woont er zelf niet in, zodat de huurder er gebruik van kan maken. De huurder is niet de eigenaar, maar betaalt een vergoeding voor het gebruik, die we huur noemen.

Bij geld is het niet anders, behalve dat we de vergoeding nu niet ‘huur’ noemen maar ‘rente’. Al het andere is hetzelfde: de eigenaar van het geld heeft het een tijdje niet nodig, ondertussen kan iemand anders het gebruiken, zonder er eigenaar van te worden. Maar dat gaat niet voor niks: het kost rente.

Dus geld lenen is in feite geld huren. Geld uitlenen is in wezen hetzelfde als geld verhuren.

Vergoeding voor niks?

Sommige mensen denken dat banken oplichters zijn, omdat ze leners rente laten betalen over geld dat niet bestaat, of in elk geval niet bestond voordat de bank het zelf maakte. Maar dat is een misverstand, zoals ik uitgelegde in het eerste hoofdstuk: geldschepping (geldcreatie) bestaat echt, maar toch komt het geld, dat een bank aan een lener ter beschikking stelt, van een andere bankcliënt, die het geld naar de bank gebracht heeft!

Wel is er door geldschepping meer geld in omloop, meer geld in de vorm van tegoeden op bankrekeningen, en ook meer geld dat kan dienen om kredieten mee te verlenen. Dus bij een bepaalde rentestand kunnen banken meer rente verdienen.

Is dat slecht? Nee.

Geldschepping veroorzaakt een overvloed aan geld. Het reduceert de geldschaarste aanzienlijk. Als iets schaars is, dan gaat de prijs omhoog. Als het ruim voorhanden is, dan wordt het goedkoper.

Krapte

Als dus fractional reserve banking verboden zou worden, zodat geldschepping door kredietverlening onmogelijk werd, dan ontstond geldkrapte en gingen de rentepercentages omhoog. Hoewel de banken dan veel minder kredieten konden verlenen, zouden ze waarschijnlijk nog steeds ongeveer even veel rente binnenhalen, dankzij de veel hogere percentages.

Macro-economisch zou de prijs van het afschaffen van fractional reserve banking zijn: verminderde liquiditeit, en een stagnerende en inflexibele economie. Zo’n verbod zou geen bestaande problemen oplossen, maar wel nieuwe veroorzaken.

Door niet-gecreëerde rente stort het systeem in?

Verhalen

Sommige mensen die geldschepping door kredietverlening verkeerd begrijpen, geloven dat het financiële systeem uiteindelijk wel moet vastlopen, omdat banken wel het geld voor leningen creëren, maar niet het geld om de rente te betalen. In hun visie moeten mensen dus steeds maar harder en harder werken om geld te verdienen om rente te betalen, totdat er geen geld meer over is.

Hun enige mogelijkheid is dan nog om nog meer leningen af te sluiten, om daarmee de rente voor eerdere leningen te betalen. Uiteindelijk eisen de banken alle onderpanden op, zoals huizen bij hypotheken. Complotgelovers denken zelfs dat dat stiekem het enige doel van alle banken is: alles van waarde van de bevolking afpakken en voor zichzelf houden.

Hoax

Het bovenstaande is een hoax. (Wat is dat?) Waarom?

Debet en credit zijn gelijk.

Ten eerste omdat banken niet voortdurend nieuw geld erbij creëren voor elke lening. Geldschepping bestaat, maar die is al in het verleden gebeurd. De geldhoeveelheid varieert enigszins, er is wat nieuwe geldschepping, maar ook wat geldvernietiging. Gemiddeld is de geldhoeveelheid stabiel over langere perioden.

In alle gevallen is het geld, dat een bank gebruikt om kredieten te verlenen, eerst ingelegd door een andere bankklant (of soms zelfs dezelfde klant).

Of eigenlijk is in de praktijk de situatie flink ingewikkelder: een deel van het geld voor leningen kwam van aandeelhouders, die gekochte aandelen volstortten. Dat is een belangrijk punt dat ik terwille van de eenvoud steeds wegliet. Ook wordt er tussen banken onderling geleend en vereffend, waarbij ook de centrale bank een rol kan spelen.

Maar wat er ook gebeurt, de gouden regel van het boekhouden blijft altijd gelden: debet en credit zijn gelijk. Al het geld dat ergens heen gaat, komt ook ergens vandaan. Geld voor een lening wordt niet ter plekke uit niets gemaakt. Ik weet dat ik dat al eerder heb gezegd, maar dit is zo fundamenteel, dat het best vaak herhaald mag worden.

Economische kringloop

Ten tweede: omdat rente die aan een bank wordt betaald, niet daar blijft. (Hoewel, een deel wel, namelijk het deel dat in de stroppenpot gaat. Maar dat is nuttig.)

Rente maakt deel uit van de economische kringloop. Leners betalen rente aan de bank, maar de bank gebruikt die rente weer voor van alles, waardoor het rentegeld terugkeert in de economie, en uiteindelijk ook degenen bereikt die weer nieuwe rente moeten betalen. Macro-economisch bezien raakt het rentegeld niet op, er is altijd genoeg geld om alle rente te betalen.

Waar gaat de rente heen?

Rente is een van de belangrijkste inkomstenbronnen van elke bank. De andere zijn provisies en in rekening gebrachte kosten.

Wat doet de bank met haar inkomsten, die dus voor een deel binnenkomen in de vorm van rente op uitstaande leningen?

Creditrente

Een deel ervan wordt weer uitbetaald, ook als rente, aan de personen en bedrijven die geld hadden ingelegd bij de bank, het geld dat de bank gebruikt om kredieten uit te verstrekken.

Zo kunnen hypotheken bijvoorbeeld gefinancierd zijn vanuit beleggingen door pensioenfondsen. Een deel van de rente die huiseigenaren aan de bank betalen, wordt dan uitbetaald aan het pensioenfonds, dat daaruit weer lopende pensioenen kan uitkeren.

Of misschien zijn andere hypotheken gefinancierd uit spaarrekeningen. Ook dan wordt de ontvangen rente voor een deel weer uitbetaald als rente.

Steeds zijn de debetrentepercentages hoger dan de creditrentepercentages. Het verschil is de rentemarge (ook spread genoemd). Voor de bank is alleen deze rentemarge een echte inkomstenbron.

Soms is het percentage van de creditrente heel laag of zelfs nul. Dat is meestal het geval bij betaalrekeningen. In dat geval zijn de transformatiefuncties (hier wat betreft risico en schaal) zo duur, dat de bank zich niet kan veroorloven ook nog creditrente te vergoeden. Ze moet alle debetrente benutten voor andere doeleinden.

(In sommige landen, bijv. in de VS, is het zelfs wettelijk verboden om rente te vergoeden op betaalrekeningen.)

Dividend

Om het eenvoudig te houden beweer ik steeds dat het geld voor leningen van ingelegde gelden komt. In werkelijkheid komt ook een deel van aandeelhouders. Dat is zelfs een eis die centrale banken opleggen volgens de Basel-akkoorden. (Zie ook deel 8 en 9.)

Alles heeft zijn prijs: als de kosten laag gehouden worden, kan de bank winst maken en in staat zijn dividend uit te keren. Dividend is op te vatten als een vergoeding voor het geld dat aandeelhouders beschikbaar stelden om leningen uit te verstrekken, net zoals creditrente zo’n vergoeding is voor spaarders en andere geldinleggers.

Net als creditrente moet de bank het dividend grotendeels verdienen uit ontvangen rente.

Operationele kosten

Een ander deel van de bankinkomsten dient om de operationele kosten te dekken. Voorbeelden: salarissen voor bankmedewerkers, huur voor gehuurde kantoorruimte, rentederving door eigen gebouwen, de kosten van computers, webservers, software, communicatieapparatuur, beveiliging.

Stroppenpot

Als eerder vermeld moet een bank reserves opbouwen, waaronder de stroppenpot, om voorbereid te zijn op wat niemand wil maar wat toch soms gebeurt: dat leningen oninbaar blijken.

Economische kringloop

Waar het om gaat is dat alle rente die aan een bank wordt betaald, vroeg of laat (laat in het geval van de stroppenpot) weer terugkomt in de economische kringloop. Wat erin komt, moet er ook weer uit. Debet is gelijk credit.

De angst dat door rente te betalen, het geld zal opraken om nieuwe rente te betalen, is ongegrond.


Naschrift 27 juli 2012

In de discussie onder dit artikel noemde op 10 juni 2012 om 17:02 ene Arie Roos een rekenvoorbeeld van een mini-economie bestaande uit een boer, een kok en een bankier.

De boer neemt een lening, waarvoor hij rente moet betalen. In het voorbeeld is er geen economische groei, maar toch is deze economie stabiel en er ontstaat geen tekort aan geld. De rente kan betaald worden en de lening afgelost.

Zeer interessant. Het rekenblad bevat ook twee ingewikkelder voorbeelden, waarin er ook een winkelier is en een koning.


Naschrift 25 augustus 2012

Zie over het deelonderwerp ‘rente’ ook de delen  12 ,  13 ,  14  en  15 .


Naschrift 20 oktober 2012

Artikel 17 is in feite een noot bij de artikelen 4, 6 en 7.


Naschrift 5 september 2013

Een verband tussen rente en geldschepping: banken scheppen ook het geld voor de rente. Uitleg in artikel 20.


Copyright © 2012 R. Harmsen. Alle rechten voorbehouden.