O meu escrever (opmerkingen van vertaler)

15 en 17–

Inleiding

Ik geef hier overwegingen, vertaalalternatieven en zijdelingse opmerkingen bij mijn poging een blogartikel van J. Rentes de Carvalho uit het Portugees in het Nederlands te vertalen.

Opmerkingen

De titel

De titel “O meu escrever” vond ik meteen al moeilijk te vertalen. Letterlijk betekent het natuurlijk gewoon ‘Mijn schrijven’, maar dat klinkt niet in het Nederlands.

‘Mijn schrijverschap’ zou een mogelijkheid zijn, maar dat klinkt weer zo hoogdravend en het heeft voor mijn gevoel een tijdsaspect: de carrière van de schrijver, hoe hij ertoe kwam schrijver te worden, wat zijn ambitie was, welke ontwikkeling erin aan te wijzen valt, welke fasen en perioden.

Maar daar gaat deze tekst niet over, dus dat is niet de goede vertaling. Deze tekst geeft meer een impressie, op een willekeurig moment, van wat er gebeurt in de geest van de schrijver.

Helemaal aan het eind komt dat tijdsaspect er wel bij, door dat beeld van het inslaan van een weg, en daarom heb ik daar “o meu escrever” voor één keer wél vertaald met ‘mijn schrijverschap’.

Het woord “escrevendo” dat diverse keren voorkomt, is ook niet een op een te vertalen. Letterlijk uiteraard ‘schrijvend(e)’, maar die vorm gebruiken we in hedendaags Nederlands meestal niet op die manier.

Ik heb me beholpen met een inconsequente vertaling, steeds kijkend naar de context. Twee keer ‘als ik schrijf’, een keer ‘al schrijvend’ en ook nog eens ‘door te schrijven’. Die eerste variant werd ook de titel, hoewel ik in de eerste zin het zelfstandig gebruikte woord ‘escrever’ toch weer wel rechtstreeks omzette naar het Nederlandse ‘schrijven’.

Het lijkt allemaal wat rommelig, nu ik het zo precies opschrijf, maar volgens mij moet het zo, vertalen. Vertalen is niet het omzetten van woorden, zelfs niet van uitdrukkingen of zinnen. Vertalen betekent dat je probeert te begrijpen wat de schrijver bedoelde, welke gedachten er tot uiting worden gebracht. Die gedachten en die ideeën moet je dan in de doeltaal opnieuw formuleren. Soms kan dat met overeenkomstige woorden en uitdrukkingen, maar vaak ook niet. Waar het niet kan, daar moet het ook niet.

Fadiga

Dat woord ‘fadiga’ betekent volgens het woordenboek van Porto Editora o.a. ‘moeheid’, maar ook ‘inspanning, moeite’. Mijn vertaling ‘zonder moe te worden’ geeft het origineel dus misschien niet zuiver weer, omdat ik een volgorde introduceer – de vermoeidheid volgt op de inspanning en is er het gevolg van – die het origineel niet aangeeft: bij een interpretatie ‘moeheid’ of ‘moeite’ kunnen die ook gelijktijdig optreden met het lopen zelf.

Het is heel goed mogelijk dat de schrijver zich deze verschillende betekenismogelijkheden niet realiseerde en ook niet wil realiseren: al die betekenissen komen in zijn taal samen in dat ene woord, en dat gebruikt hij en daar moeten we het mee doen. In een andere taal kan dat anders liggen en dat maakt vertalen zo moeilijk en tegelijk boeiend. Bij het vertalen moet je soms keuzen maken die in de brontaal niet bestaan, niet relevant zijn, er niet toe doen.

Ik handhaaf toch maar mijn vertaling, hoewel ‘zonder moeite’, ‘zonder inspanning’ of ‘moeiteloos’ ook hadden gekund. ‘Onvermoeibaar’, misschien ook.

Vertalen is geen exacte wetenschap. Er is niet één perfecte vertaling, redelijke vertalingen zijn niet absoluut goed of fout, welke vertaling beter is, is zelden absoluut vast te stellen. Wel bestaan er vertalingen die duidelijk fout zijn, met spelfouten of grammaticablunders, een ongebruikelijke technische terminologie, of waarbij de vertaler de auteur van het origineel verkeerd begrepen heeft.

Luto

Het is en was mij meteen 100 procent duidelijk, maar ik vermeld het toch even voor lezers die (nog!) minder vertrouwd zijn met de eigenheden van de Portugese woordenschat: ‘luta’ betekent strijd en ‘luto’ rouw. Hier staat “luto”, maar dan als ik-vorm van het werkwoord ‘lutar’, zodat toch de ‘strijd’-betekenis en niet de ‘rouw’-betekenis bedoeld is.

Roulette

Ganho em roletas”. De betekenis is meteen duidelijk, maar hoe zeg je dat mooi in het Nederlands? Ik win aan de roulette, bij de roulette? Klinkt niet mooi. Bij het roulettespel, met het roulettespel, aan de roulettetafel? Te lang, dat zou misstaan in de opsomming die al uit meer dan één deelzin is opgebouwd. In het casino? Dat komt in wezen op hetzelfde neer, maar waarom een veel ruimer begrip gebruiken als het in de brontaal gebruikte woord en begrip in de doeltaal ook beschikbaar is?

‘Ik win bij de roulette’, heb ik dan toch maar gedaan, maar blij ben ik er niet mee.

Altura

Letterlijk betekent ‘altura’ ‘hoogte’, afgeleid van ‘alto’. Maar vaak betekent het ook ‘moment’, ‘ogenblik’ of ‘periode’, zoals in de veelvoorkomende verbindingen ‘nessa altura’ (toen, op dat moment) en ‘nesta altura’ (nu, op dit moment).

Die tweede betekenis staat vermeld in alle woordenboeken die ik raadpleegde, maar vreemd genoeg niet in het online woordenboek van Priberam.

Bij het zoeken van voorbeelden van het woord ‘altura’ in het blog van de auteur waarvan ik hier mijn vertaalpoging bespreek, wordt mijn indruk bevestigd dat het woord veel vaker ‘moment’ betekent dan ‘hoogte’.

Hier daarentegen een gesproken voorbeeld waar het woord wel ‘hoogte’ betekent. Weliswaar kan ik, ook na vele malen luisteren, niet verstaan wat presentatrice Cristina Cruz Ferreira van deze serie toeristische tv-impressies aan het begin van de aflevering nou precies allemaal zegt (wat ongetwijfeld aan mij ligt) – verderop versta ik gelukkig weer wel alles – maar wat ik aan het begin wel meekrijg is dat (in mijn woorden) het oude stadje Marvão de bezoeker een prachtig uitzicht over het omringende landschap biedt, dankzij zijn ligging op een hoogte van 862 meter boven zeeniveau.

Het is waar trouwens, van dat uitzicht, dat weet ik, want we zijn daar zelf geweest.

In het beschouwde blog betekent ‘altura’ denk ik letterlijk ‘hoogte’ en niet ‘moment’, al was het maar gezien het woord ‘precipício’ even verderop, dat ‘afgrond’ betekent. Ik had geen moeite dat woord te begrijpen, omdat ik al sedert ca. 1972 het Engelse equivalent ‘precipice’ kende, nadat ik dat bij toeval in een woordenboek (Ten Bruggencate en>nl, waarschijnlijk) was tegengekomen. Ook toen al was ik net zo woordenboekengek als nu.

Het werkwoord ‘estontear’ (hier in de derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd, “estonteia”, vond ik moeilijk te vertalen. Volgens Porto Editora zou het verdoven, bedwelmen, versuffen moeten betekenen en figuurlijk ‘verwarren, met verbazing slaan’. Ik heb er hier ‘doen duizelen’ van gemaakt, ik hoop dat dat goed is.

Ik-vormen op -a

Vanaf “não há duelo” staan een heleboel werkwoordsvormen die eindigen op een -a (“perca”, “tema”, “sofra”, “vença”). Ik vat ze op grond van de context allemaal op als vormen van de eerste persoon enkelvoud (ik-vormen dus), hoewel ze grammaticaal, puur naar de vorm, ook van de derde persoon hadden kunnen zijn. Dat is altijd zo, dat de eerste en derde persoon enkelvoud van de conjuntivo gelijk zijn, en bij werkwoorden op -er en -ir (hier resp. ‘perder’, ‘temer’, ‘sofrer’, ‘vencer’) eindigen ze altijd op -a.

Dat de conjunctief überhaupt gebruikt werd, komt door “não há”: het duel dat hij wél zou verliezen, de afgrond die hij wél zou vrezen, enzovoorts, die zijn er allemaal niet. Dus komen die handelingen in een onwerkelijk perspectief te staan, en dat wordt in het Portugees uitgedrukt door de conjunctief.

Dat is in overeenstemming met Gramática activa 2 (IBSN 978-972-757-173-4) van Olga Mata Coimbra en Isabel Coimbra, unidade 9 (blz. 22–23) en een beetje ook unidade 8 (blz. 20–21).

Er is

In de zin die begint met “escrevendo desfaço nuvens” had ik oorspronkelijk op dezelfde plaats als waar in het Portugees “não há” staat, in het Nederland ‘er is geen’, als volgt: ‘er is geen duel dat ik verlies, geen afgrond waar ik bang voor ben, geen pijn die ik niet lijd en vervolgens overwin.’

Maar dat vond ik niet mooi. Er ontstond een ophoping van deelzinnen met korte bijzinnen: ‘dat ik verlies’, ‘waar ik bang voor ben’, ‘die ik niet lijd’.

Ik heb het omgeschreven (zie mijn vertaling zoals die geworden is), maar daarbij is wel ‘er is geen’ naar achteren geschoven waardoor ik afwijk van het origineel. Dat is de prijs, die ik het waard vind.

Herpakken

‘Zich herpakken’ behoort eigenlijk tot de taalvariant nl-BE, dus het Nederlands zoals dat gebruikt wordt in het Vlaamse Gewest en Brussel. Het woord staat dan ook vermeld in het Vlaams-Nederlands woordenboek.

Maar inmiddels voelt het zo vertrouwd, alsof het ook gewoon deel is van mijn eigen variant van het nl-NL, dat ik het zonder aarzelen gebruikte voor de vertaling. Het zij zo.

Por terras que desconheço

Ik had eerst letterlijk ‘door gebieden die ik niet ken’, daarna ‘door onbekende gebieden’. Maar ‘door onbekend gebied’ klinkt nog beter. Dat had er in het Portugees ook wel kunnen staan, bijv. ‘terras incógnitas’? Maar dat is de keus van de schrijver, daar treed ik uiteraard niet in.

Visto

Ik twijfelde heel even, maar gelukkig zag ik het snel: “visto” is hier niet het verleden deelwoord van ‘ver’, waarbij het dus ‘gezien’ zou betekenen; maar het is de eerste persoon enkelvoud van het werkwoord ‘vestir’, dat ‘(aan)kleden’ betekent.

Ik kende het woord al in 1976 van de nogal bizarre tekst van het lied ‘Cachaça mecânica’ gezongen door Erasmo Carlos. O.a. hier staat het weergegeven, op de site Leer Portugees.

Mariazinha ainda viu João no mato / matando um gato para vestir seu tamborim”.
Daar vertaald als:
De kleine Maria zag João nog in het struikgewas / Een kat dodend om zijn tamboerijn te bekleden”.

Opmerkingen daarover:

Terugkerend naar de grammatica: die klinkerwisseling tussen ‘visto’ (1e persoon), ‘vestes’ (2e persoon) en ‘veste’ (3e persoon) (die laatste twee met de open klinker, als in het woord ‘é’) zien we vaak bij werkwoorden op -ir die een letter e in de stam hebben. Voorbeelden: sentir (ik voel = sinto, hij voelt = sente) en despir. Bij de stamklinker o treedt het verschijnsel ook op: durmo = ik slaap, dorme = hij/zij slaapt. Ook met de open klinker o, alsof er een ó geschreven stond.

De ik-vormen zijn de basis voor de conjunctief, zodat die in vier personen de gesloten klinker hebben, bijvoorbeeld que durma, durmas, durma (enkelvoud), en que durmam (3e persoon meervoud).

Een soortgelijk verschijnsel zien we bij de -er werkwoorden, maar minder rigoureus. Die wisseling is daar tussen een gesloten en open variant van de e of o: bebo (ê), maar bebe (é), conjunctief beba (ê). Meer daarover hier.

Que não conta

Echt een vorm van ‘contar’? In de indicatief? Dat moet wel, want *‘contir’ bestaat niet en ‘conter’ heeft als conjunctief ‘contenha’, niet *‘conta’.

Betekent het tellen of vertellen? Mijn aanname was ‘tellen’, omdat het gaat om een derde persoon en het onderwerp dus niet anders dan “e mais uma” [vida] kan zijn.

Por igual

Geen idioom? Gewoon ‘evenzeer, net zo goed, ook’? Eerst weggelaten in de vertaling, later verderop ‘evenzeer’ toegevoegd.

Súcubo

Ik had er nog nooit van gehoord. Staat wel in Porto Editora, maar zonder Nederlandse vertaling. Wel in Wikipedia. En in de dikke Van Dale.

Ondanks de relatieve onbekendheid in het Nederlands (maar misschien kennen veel Portugeestaligen het Portugese woord ook wel niet?) is succubus (klemtoon op de eerste lettergreep) in het Nederlands m.i. de enig juiste vertaling.