Chic, chiquer, sjiekst

Citaten zoals ze zijn

Achteraf zag ik een spelfout, maar die liet ik staan omdat die in een citaat zat van een e-mail van mezelf. Die was nou eenmaal zo verstuurd, dus dan ga ik het later niet anders citeren dan het was.

Er stond “chique” – bedoeld met de uitspraak [Sik] (predicatief bijvoeglijk naamwoord), niet [Sik@]. Dan is de correcte spelling officieel chic. De verbogen vorm van het attributieve bijvoeglijk naamwoord is wel ‘chique’. Voorbeeld: ‘chique kleren’.

En sjiek dan?

Zoals voor de hand ligt, spellen veel mensen die woorden ook als sjiek, sjieke, sjieker, sjiekst. Hier een voorbeeld, citaat:

Sjiek. Je doet net alsof je de slachtoffers komt bijstaan, terwijl je ze juist komt uitbuiten.

Maar volgens de Woordenlijst en Van Dale is dat niet goed. Het moet zijn: chic, chique, chiquer, chicst.

Er bestaat wel een woord ‘sjiek’, maar dat is pruimtabak of een tabakspruim. Wie doet dat anno 2012 nog, wie kent dat nog? Verouderd, volgens mij.

Een stukje etymologie

Interessant is dat het Nederlandse woord weliswaar uit het Frans komt, maar (bron: VD13) op basis van iets Germaans, vergelijk Nederlandse ‘geschikt’ en Duits ‘geschickt’.

Zo vreemd is die Germaanse herkomst via het Frans ook weer niet: ‘Frankrijk’ betekent letterlijk ‘Rijk der Franken’ en de Franken waren een Germaans volk, niet een Romaans.

In het eerste millennium waren er tijden dat bijna heel Europa door Germaanse volkeren bewoond werd (of althans: door Germaanse groepen overheerst), ook in gebieden die later tot Italië, Tunesië, Spanje of Portugal gingen behoren.

Ook in het Portugees zijn daardoor heel wat Germaanse taalsporen terug te vinden.