Bijwoorden en bijvoeglijke naamwoorden in het Nederlands

In het Nederlands hebben bijwoorden die een bijvoeglijk naamwoord modificeren de neiging verbogen te worden, dus zich te gedragen als bijvoeglijke naamwoorden. Voorbeeld:
"Hele rare dingen" i.p.v. "heel rare dingen". De vorm "hele" wekt de indruk dat de dingen "heel" zijn, dus dat het een bijvoeglijk naamwoord is. In werkelijkheid versterkt "hele" echter "rare", dus het is een bijwoord. Deze vorm wordt steeds meer gebruikt, en steeds meer als gewoon ervaren.

Maar het omgekeerde komt ook voor: "lekker pittige saus". De vorm suggereert hier dat niet de saus lekker is, maar dat de saus "lekker pittig" is, dus lekker als onverbogen bijwoord bij pittig. Maar wat is "lekker pittig"? Bestaat "vies pittig" dan ook? "Vieze saus" wel, en "vieze pittige saus" ook. Het lijkt erop dat dit een onverbogen bijvoeglijk naamwoord is, geen bijwoord, tegenover het verbogen bijwoord "hele".