Meisjes en jongens

16 en

Nieuwe taalgebruikers

Voor mijn verjaardag kreeg ik van een van mijn dochters het boek “Hallo op de fiets” van Freeyad Ibrahim. Hij heeft een Irakees-Koerdische achtergrond. Het boek bevat columns die grotendeels eerder in Friese kranten verschenen.

Ik lees er met plezier in. Er zijn steeds meer immigranten, vluchtelingen, allochtonen, mensen met een andere moedertaal dan het Nederlands in elk geval, die niet alleen onze taal leren maar er ook in gaan schrijven. Ik vind dat opmerkelijk, plezierig en verfrissend.

Freeyad Ibrahim schrijft vaak korte, niet erg ingewikkelde zinnen. Dat geeft niet, want zo ontstaat een helder, trefzeker taalgebruik. De beperking die schrijven in een vreemde taal oplegt, kan stimulerend en kwaliteitsverhogend werken.

Hij laat zijn teksten nakijken door een autochtoon. Dat is goed en het doet aan de waarde van wat hij schrijft niets af. Op bladzijde 24, in de inleiding met de Friese titel “Wy dogge mei!”, bedankt Freeyad Ibrahim Janne, en op de copyrightpagina staat “Met dank aan Janne Heida”.

Al-Djawarie wa Gilmaan

Op de bladzijden 92 en 93 staat de column “Al-Djawarie wa Gilmaan”. De auteur verbaast zich hierin over Nederlandse verschijnselen zoals het homohuwelijk. Hij zoekt aanknopingspunten in hem vertrouwdere culturen en schrijft dan:

In onze geschiedenisboeken lazen wij verhalen over de kalief (de sultan) van het islamitische imperium. In hun eigen grote paleizen waren honderden al-djawarie (mooie jonge vrouwen) en evenveel gilmaan (mooie jongens).

Ik vind de Arabische taal al sinds mijn middelbareschooltijd mooi en interessant. Ik kan het Arabische schrift met moeite lezen (ontcijferen, uitspellen, beter gezegd) maar ik ken de taal verder niet, op enkele tientallen losse woorden na.

Als ik zo'n citaat zie of een referentie naar Arabische woorden, wil ik vaak weten hoe je ze precies schrijft in het Arabisch, en bij welke wortel ze horen, waarmee je meteen een heleboel verwante woorden vindt.

Wehr-Cowan

Ik bezit het woordenboek van Wehr & Cowan uit 1960/1976. Het is oorspronkelijk een Arabisch-Duits woordenboek uit 1952, opgesteld door de Duitse Arabist Hans Wehr. De Amerikaan J Milton Cowan vertaalde en bewerkte dit gezaghebbende woordenboek tot een editie Arabisch-Engels, die in 1960 uitkwam.

Op 15 juni 1978 (ik dacht zelf veel later) kocht ik in de Gelderse Boekhandel in de Koningstraat, naast de Arnhemse bibliotheek waar ik jaren eerder de veel duurder ogende hardekaftuitgave inzag, de paperback uit 1976. Die kostte me 20,20, guldens toen nog, omgerekend 9,17 euro, zonder inflatie. Ik vond het een koopje gezien de 1130 dik bedrukte pagina’s met twee schriften en ook nog transcripties. Het moet een enorm werk geweest zijn om dat woordenboek samen te stellen.

Het woordenboek is nog steeds te koop.

Wortels

In het woordenboek van Wehr-Cowan staan de woorden niet alfabetisch, maar gesorteerd naar wortel. Dat heeft grote voordelen en ik ben daar ook helemaal voor. In Semitische talen, en het Arabisch is er daar een van, zijn namelijk vrijwel alle woorden varianten die steunen op een wortel van medeklinkers, meestal drie. De woorden die bij één wortel horen, vaak zijn dat er tientallen, hebben betekenissen die verband met elkaar houden.

Door die woorden in het woordenboek ook bij elkaar te presenteren, kan de gebruiker die verbanden zien. Zo'n weergave doet recht aan het karakter van de taal. Een zuiver alfabetische ordening, waarbij meer Arabische letters dan alleen de wortelmedeklinkers een rol zouden spelen, zou dat inzicht vertroebelen, en is daarom onwenselijk.

De consequentie van die wortelordening van het woordenboek is wel, dat je eerst een beetje moet weten hoe de taal in elkaar zit voordat je überhaupt iets kunt opzoeken. Ik weet dat niet goed genoeg, zodat ik vaak zit te tobben als ik zoek.

Transcriptie

Nog moeilijker wordt het als je alleen een transcriptie hebt van een op te zoeken woord, een weergave in ons Latijnse schrift, maar niet weet hoe het woord in het Arabisch geschreven wordt. Het Arabische alfabet kent 28 lettertekens, allemaal voor medeklinkers, en de Arabische taal heeft vele klanken die in andere talen niet voorkomen. Transcripties zijn dan ook vaak onduidelijk. Bijvoorbeeld de letters ‘h’, ‘t’, ‘d’, ‘s’ en ‘z’ kunnen ieder met 2 of 3 Arabische letters corresponderen.

Er is wel een officiële transcriptie, die het zelfs tot DIN-norm geschopt heeft, maar die wordt helaas zelden toegepast. Wel in genoemd woordenboek, niet zo vreemd, want die transcriptie (beter: transliteratie) is ontwikkeld door Hans Wehr (de maker van het woordenboek) en Carl Brockelman.

Intifada

Een voorbeeld van mijn moeite om Arabische woorden te vinden in het woordenboek: Het woord ‘intifada’ kon ik jarenlang niet vinden, totdat iemand me de tip gaf dat de wortel n-f-ḍ is. De t is een infix, een ingevoegde letter, samenhangend met een van de vele mechanismen waarmee wortels woorden worden.

Om intifada te vinden moet je dus zoeken bij het werkwoord nafaḍa.

(Het puntje onder de d (ḍ) betekent ‘emfatisch’, wat duidt op een speciale uitspraakwijze waarbij achter het articulatiepunt de tong en/of het strottenhoofd wat omhoog komen.)

Het woord ‘intifada’ betekent volgens het woordenboek “shiver, shudder, tremor”. In het Arabisch wordt het geschreven als انتفاضة.

Al-Djawarie wa Gilmaan

Zo probeerde ik dus (naar aanleiding van de column van Freeyad Ibrahim, want daar gaat dit artikel over, weet u nog?) het woord “djawarie” op te zoeken. Ik gokte als wortel j-w-r maar vond niets. Later ontdekte ik dat jawāri het meervoud is van jāriya. Wortel is dus j-r-y. Waarschijnlijk een gebruikelijke meervoudsvorming; had ik de Arabische taal echt bestudeerd, dan had ik het kunnen weten.

Ook over “gilmaan” struikelde ik. Ik wist niet wat de auteur met de letter ‘g’ bedoelde. Een klank als in Engels ‘great’ of Frans ‘garçon’ komt in het klassiek Arabisch niet voor. Wel in sommige spreektalen, zoals het Egyptisch Arabisch. Maar Freeyad Ibrahim is Irakees, geen Egyptenaar. Bovendien had hij de letter jīm, die in Egypte die klank heeft, al getranscribeerd met Nederlands ‘dj’.

De Arabische letter q dan maar? Die wordt in sommige streken en landen als de g van garçon uitgesproken. Maar met q-l-m vond ik geen passende betekenis.

Al-Jahiz

Met wat googelen was het raadsel snel opgelost. Ik kwam terecht op de Engelstalige Wikipedia-pagina over Al-Jahiz. In Arabisch schrift schrijf je dat als الخاحظ en de transliteratie is al-jāḥiẓ. Een van de werken van deze geleerde was al-kitāb mufāḵarat al-jāwari wa-l-ḡilmān, in Arabisch schrift: كتاب مفاخرة الجواري والغلمان.

Dat is dus hoogstwaarschijnlijk een van de werken waarnaar Freeyad Ibrahim verwees met zijn uitdrukking “onze geschiedenisboeken”. In Wikipedia staat uitgelegd:

In Arabic the word jawari is the plural of jariya, meaning a female servant which by today's standards would be called a concubine mistress. There were two kinds of female servants: jariya – one that manages the household and runs daily errands, was the first type.
[...]
The other word in the title, ghilman, is the plural of ghoulam a word which might be translated eunuch, castrato, or ephebe.
For most scholars the book of dithyramb on concubines and ephebes is a wanton book of sensuality; in this book Al Jahiz enthralls the reader with stories of an erotic nature that deal with the perception of sexuality in his time.

Twee woorden

Nu wist ik dan eindelijk hoe de woorden in het Arabisch geschreven worden en kon ik ze in het woordenboek opzoeken:

Enkelvoud: جارية jāriya
Meervoud: جوار jawāri

Engelse betekenissen volgens Hans Wehr: slave girl; maid, servant; ship, vessel.

Enkelvoud: غلام ḡulām
Meervoud: غلمان ḡilmān

Engelse betekenissen volgens Hans Wehr: boy, youth, lad; slave; servant, waiter.

Twee opmerkingen

  1. De wortel van het woord ‘ḡilmān’ heeft duidelijk connotaties met lust en erotiek. Het is, anders gezegd, gewoon een nogal geile wortel. Zo betekent ‘ḡalim’ volgens Wehr-Cowan: excited by lust, seized by sensuous desire, wanton, lewd, lascivious, lustful; in heat, rutted.

  2. Het woord ‘ḡilmān’ begint dus, zo is nu duidelijk, niet met de g van garçon en ook niet de Arabische q (een soort k, maar dieper in de keel), maar met de letter ‘ḡayn’ (ook wel aangeduid als ghain). Deze letter vertegenwoordigt een klank die vergelijkbaar is met de zachte Hollandse harde g (omgeving Rotterdam) in woorden als ‘wagen’ en ‘sloegen’.

    De letter en klank komt ook voor in de Arabische naam van het land Marokko (of in een ruimere betekenis: Noord-West Afrika): Al-Maḡrib. De basisbetekenis van de wortel ḡ-r-b is “to go away”. Dat slaat dan op de zon, die immers in het westen onder gaat. Het Arabische woord voor westen is ‘ḡarb’.

    De Portugese landstreek Algarve is zo aan zijn naam gekomen: die betekent: het westen, namelijk van het indertijd Moorse gebied op het Iberisch schiereiland.

Koran

Op bladzijde 92 van “Hallo op de fiets” schrijft Freeyad Ibrahim ook, vlak na mijn eerdere citaat:

In het heilige boek staat: ‘Fiha djawarie wa gilmaan,’ in het paradijs van God wonen beeldschone jonge vrouwen met zwarte ogen en schitterende jongens. Over hun functie daar wordt verder geen uitleg gegeven.

Het ligt voor de hand dat Freeyad Ibrahim met “het heilige boek” refereert aan de koran, ofwel de qur’ān.

Ik zou kunnen zoeken of de tekst ‘Fiha djawarie wa gilmaan,’ inderdaad in de qur’ān staat en die correct citeren. Ik ben nu echter zo moe van het zoeken en het goochelen met allerlei bijzondere lettertekens, dat ik verkies dit aan de zelfwerkzaamheid van de lezer over te laten – hoewel het eenieder natuurlijk geheel vrij staat daar lekker niet aan te beginnen.

Tip: met de stukjes Arabische tekst op deze pagina kan via kopiëren en plakken gegoogeld worden.