Landspecifiek (2)

6–

Inleiding

Zie aldaar.

Lijst van hyperlinks

Met deze woorden en uitdrukkingen is iets aan de hand in verband met taalgebruik dat algemeen gebruikelijk is in Nederland, maar niet in Nederlandstalig België.

A

À raison van, aangiftebiljet, aankomende (zaterdag e.d.), afluisteren, afdansen, afrijden (NL: rijexamen doen; BE: grasmaaien), afzwemmen, aftrekker, alleszins, ansicht, ansichtje, antwoord­apparaat

B, C

ben ik bang (aan het eind van een zin), bank, bankpas, Bargoens, belastingbiljet, beleggingspand, dat belooft wat!, beluisteren, betaalrekening, betrekking, beunhaas, bruidslijst, catalogiseren, centimeter, coulance (uit coulanceoverwegingen)

D, E

de / het deken, diegene, d’r, een dubbeltje op z’n kant, end (i.p.v. eind), enerverend

F

familiaal, fiche, met losse handen rijden / fietsen, fonteintje, het is mijn fout (niet), functionaris, fust (leeggoed / statiegeld), fysiotherapeut

G, H, I, J

gelijk, genegen, gerust zijn op, gevang, aan gort slaan, groep, haar, met losse handen rijden / fietsen, tentharing (in BE eerder: piquette), heiig, hospitaliseren, klachten houden

K, L

kandidaat / kandidatuur, een dubbeltje op z’n kant, ledenkaart, ledenpas, leerjaar, over de hele linie, linkse / linker, met losse handen rijden / fietsen

M, N

met een week/uurtje e.d., meteen, middag, missen / ontbreken, naar (= vervelend, akelig, onaangenaam), namiddag, nazoeken

O

met iets omhoog zitten, onverlet laten, oplezen, ordner, wegens overcompleet, overgelegd, overlegd, overleggen, voorleggen, overnieuw

P

pakkie-an, pas op de plaats maken, paswoord, password, pechhulp, pilotproject, pinpas, pre (in de betekenis pluspunt, in personeelsadvertenties en bij sollicitaties), prognosticeren

Q, R

raison, rechts heeft voorrang, rechtse / rechter, rekening-courant, met losse handen rijden / fietsen, ringband

S

sanctioneren, geen sjoege geven, spoedeisend, iets in zijn zak steken, stoel, studiejaar, systeemkaart

T, U

thuiswerken, tig, tolk-vertaler, toerbeurt, trek hebben (in iets), trekker

V

van huis uit werken, van thuis uit werken, vanuit huis werken, van zins zijn, vergeven, vertaler-tolk, vloertrekker, vloerwisser, voormiddag, rechts heeft voorrang

W, X, Y, Z

wachtwoord, ervoor waken dat, iets in zijn zak steken, ze / haar, van zins zijn, met iets omhoog zitten, zuiders / zuidelijk.